De kinderen leren in een circuitvorm op 7 verschillende manieren programmeren. Deze activiteiten zijn niet allemaal met apparaten of computers. Sommige activiteiten gaan ook over levend programmeren (unplugged). Ik heb de 7 activiteiten hieronder kort uitgelicht.
1. Binair tellen (codekinderen)
Met deze binair tellen les leren kinderen nadenken over computertaal zonder dat ze een computer nodig hebben. Ze leren cijfers omzetten naar binair code. Tevens maken ze de stap naar letters. Het resultaat is een interactieve les waar leerlingen aan de slag gaan met coderen. Door te tellen in nullen en enen vertalen ze cijfers (en letters) naar computertaal en leren ze het principe van binair tellen
2. Pixels tekenen (codekinderen)
Met deze les leren kinderen nadenken over computertaal zonder dat ze een computer nodig hebben. Hoe kan een computer een tekening overbrengen? De computer zet een tekening om in pixels. Het resultaat is een interactieve les waar leerlingen aan de slag gaan met coderen.
3. Robot taal (codekinderen)
Met deze les leren kinderen nadenken over computertaal zonder dat ze een computer nodig hebben. Bij welk symbool hoort welke actie? Door een “Robot Taal” op te schrijven voor een medeleerlingen maken leerlingen de verbinding tussen symbolen en acties die ze moeten uitvoeren met behulp van de plastic bekertjes. Het resultaat is een interactieve les waar leerlingen aan de slag gaan met coderen.
4. Sandwich robot (codekinderen)
Met deze les boterham smeren leren kinderen nadenken over computertaal zonder dat ze een computer nodig hebben. Hoe smeer je nu een boterham met hagelslag, welke stappen moet je daarvoor nemen en hoe leg je dat aan een robot (dus een computer) uit?. Het resultaat is een interactieve les waar leerlingen aan de slag gaan met coderen. Door na te denken over de stappen die ze moeten nemen leren ze in eenvoudige algoritmes denken.
5. Codewise (Prowise)
Met deze les programmeren de kinderen een poppetje over een letterveld. Ze gaan hierbij hun naam proberen te schrijven. Op elke letter die moet worden geselecteerd, moet het poppetje een dansje doen. Kunnen andere kinderen ontcijferen om welke naam het gaat?
6. Schat zoeken (levend programmeren)
Met deze les gaan de kinderen buiten op het schoolplein opzoek naar de begraven schatten. Van elk tweetal is er 1 leerling die programmeert en de ander zorgt ervoor dat de schat verstopt wordt. Dit gebeurd met stoepkrijt. Om het moeilijker te maken voor de kinderen zullen de schatverstoppers ook obstakels mogen neerleggen waar de programmeurs vervolgens omheen moeten.
7. Maak je eigen plaat (Scratch Jr.)
Met deze les maken kinderen hun eigen beweegbare plaat. Er zijn 10 kaarten, voor ieder 2 dus, die de kinderen stap voor stap gaan volgen. Iedere plaat heeft een eigen thema. Als een plaat klaar is presenteren ze deze aan elkaar op de Ipads
1. Binair tellen (codekinderen)
Met deze binair tellen les leren kinderen nadenken over computertaal zonder dat ze een computer nodig hebben. Ze leren cijfers omzetten naar binair code. Tevens maken ze de stap naar letters. Het resultaat is een interactieve les waar leerlingen aan de slag gaan met coderen. Door te tellen in nullen en enen vertalen ze cijfers (en letters) naar computertaal en leren ze het principe van binair tellen
2. Pixels tekenen (codekinderen)
Met deze les leren kinderen nadenken over computertaal zonder dat ze een computer nodig hebben. Hoe kan een computer een tekening overbrengen? De computer zet een tekening om in pixels. Het resultaat is een interactieve les waar leerlingen aan de slag gaan met coderen.
3. Robot taal (codekinderen)
Met deze les leren kinderen nadenken over computertaal zonder dat ze een computer nodig hebben. Bij welk symbool hoort welke actie? Door een “Robot Taal” op te schrijven voor een medeleerlingen maken leerlingen de verbinding tussen symbolen en acties die ze moeten uitvoeren met behulp van de plastic bekertjes. Het resultaat is een interactieve les waar leerlingen aan de slag gaan met coderen.
4. Sandwich robot (codekinderen)
Met deze les boterham smeren leren kinderen nadenken over computertaal zonder dat ze een computer nodig hebben. Hoe smeer je nu een boterham met hagelslag, welke stappen moet je daarvoor nemen en hoe leg je dat aan een robot (dus een computer) uit?. Het resultaat is een interactieve les waar leerlingen aan de slag gaan met coderen. Door na te denken over de stappen die ze moeten nemen leren ze in eenvoudige algoritmes denken.
5. Codewise (Prowise)
Met deze les programmeren de kinderen een poppetje over een letterveld. Ze gaan hierbij hun naam proberen te schrijven. Op elke letter die moet worden geselecteerd, moet het poppetje een dansje doen. Kunnen andere kinderen ontcijferen om welke naam het gaat?
6. Schat zoeken (levend programmeren)
Met deze les gaan de kinderen buiten op het schoolplein opzoek naar de begraven schatten. Van elk tweetal is er 1 leerling die programmeert en de ander zorgt ervoor dat de schat verstopt wordt. Dit gebeurd met stoepkrijt. Om het moeilijker te maken voor de kinderen zullen de schatverstoppers ook obstakels mogen neerleggen waar de programmeurs vervolgens omheen moeten.
7. Maak je eigen plaat (Scratch Jr.)
Met deze les maken kinderen hun eigen beweegbare plaat. Er zijn 10 kaarten, voor ieder 2 dus, die de kinderen stap voor stap gaan volgen. Iedere plaat heeft een eigen thema. Als een plaat klaar is presenteren ze deze aan elkaar op de Ipads