Digitale leermiddelen
Digitale leermiddelen worden steeds vaker ingezet in het onderwijs vanuit de veronderstelling dat ze aansluiten bij de leefwereld van leerlingen. Ze kunnen een positief effect hebben op motivatie en leerprestaties. Of dit effect optreedt hangt af van de kwaliteitskenmerken van digitale leermiddelen zoals de mate waarin ze rekening houden met verschillende interesses, leefwereld, niveau en werkwijze van leerlingen. Want niet iedereen leert op dezelfde manier met ict.
Rekening houden met verschillen
Om álle leerlingen te laten profiteren van de voordelen van ict-toepassingen, is aandacht voor individuele verschillen noodzakelijk, maar ook aandacht voor groepsverschillen. Bij onderzoek naar educatieve games blijkt bijvoorbeeld dat ofwel jongens als meisjes betere leerresultaten behalen dankzij de game, maar dat de achterliggende oorzaak daarvan verschilt: jongens leren vooral door het wedstrijdelement in de game en meisjes als ze informatie moeten zoeken op internet (Admiraal e.a.; ingediend). Door beide elementen op te nemen in een game kom je tegemoet aan de behoeften van beide groepen leerlingen.
Met multimediale faciliteiten en adaptieve systemen kun je, beter dan met boeken, rekening houden met verschillen tussen leerlingen. Maar veel ict-materiaal lijkt juist onbewust ontwikkeld voor een bepaalde groep. Digitale leermiddelen zijn producten in een sociaal-culturele context. Zo worden computers en techniek veelal geassocieerd met mannelijkheid. Educatieve software en games zijn daarom vaak ontworpen met het oog op mannelijke, westerse gebruikers.
Veel digitale leermiddelen sluiten daardoor minder goed aan bij meisjes en bij leerlingen uit etnische minderheidsgroepen en lagere sociaaleconomische groepen. Dit heeft gevolgen voor de mate waarin en de manier waarop leerlingen ervan leren. Bij gebruik van ict-toepassingen die niet zo goed aansluiten is er bijvoorbeeld minder samenwerking en participatie, en zijn er meer hulpvragen van meisjes en leerlingen uit minderheidsgroepen (Heemskerk, 2008).
Toepassingen die beter aansluiten op verschillende (groepen) leerlingen hebben een positief effect op concentratie, actief werken en ervaren leerresultaten. Meisjes en leerlingen uit minderheidsgroepen profiteren het meest van een gevarieerd aanbod van de lesstof, maar uiteindelijk hebben alle leerlingen er voordeel van (Heemskerk, 2008).
Materiaal dat tegemoetkomt aan een diverse doelgroep
Uit onderzoek kennen we een aantal kenmerken van ict-toepassingen die tegemoetkomen aan verschillen tussen leerlingen (Heemskerk, 2008). Leraren kunnen digitale leermiddelen ‘scannen’ op drie categorieën kenmerken om te bepalen in hoeverre ze geschikt zijn voor een gevarieerde doelgroep.
Kenmerken ten aanzien van de inhoud
De lesstof in digitale leermiddelen sluit beter aan bij de verschillen tussen leerlingen als het perspectief rekening houdt met en respectvol is naar diverse groepen in de samenleving, zonder stereotypering. Een breed inzetbare ict-toepassing houdt rekening met verschillende interesses van leerlingen.
Meisjes hebben bijvoorbeeld meer interesse voor praktische en sociaal relevante onderwerpen, het liefst in een ‘real life’ context. Voor meisjes heeft een interessant onderwerp meer invloed op zelf-gerapporteerde leerprestaties en hun waardering voor het materiaal, dan voor jongens (Heemskerk, 2008).
Kenmerken ten aanzien van de interface
Diversiteit krijgt een plaats als van verschillende groepen in de samenleving een representatie aanwezig is in beeld en geluid. Op plaatjes van personen komen dan zowel mannen als vrouwen voor, mensen uit etnische meerderheids- en minderheidsgroepen en uit verschillende sociale milieus.
De afbeeldingen zijn niet stereotyperend en houden rekening met mogelijke taboes in verschillende culturen. Ook varieert het kleurgebruik en de mate van gedetailleerdheid in de afbeeldingen. Stemmen, geluiden en muziek zijn afwisselend en passen bij verschillende achtergronden van leerlingen.
Digitale leermiddelen met diverse visuele en auditieve eigenschappen zijn aantrekkelijker voor een brede groep leerlingen. Voor jongens blijken leuke plaatjes een voorwaarde om een ict-toepassing te waarderen. En jongens hebben voordeel van een combinatie van visuele en auditieve informatie, terwijl meisjes beter presteren met alleen visuele informatie.
Digitale leermiddelen worden steeds vaker ingezet in het onderwijs vanuit de veronderstelling dat ze aansluiten bij de leefwereld van leerlingen. Ze kunnen een positief effect hebben op motivatie en leerprestaties. Of dit effect optreedt hangt af van de kwaliteitskenmerken van digitale leermiddelen zoals de mate waarin ze rekening houden met verschillende interesses, leefwereld, niveau en werkwijze van leerlingen. Want niet iedereen leert op dezelfde manier met ict.
Rekening houden met verschillen
Om álle leerlingen te laten profiteren van de voordelen van ict-toepassingen, is aandacht voor individuele verschillen noodzakelijk, maar ook aandacht voor groepsverschillen. Bij onderzoek naar educatieve games blijkt bijvoorbeeld dat ofwel jongens als meisjes betere leerresultaten behalen dankzij de game, maar dat de achterliggende oorzaak daarvan verschilt: jongens leren vooral door het wedstrijdelement in de game en meisjes als ze informatie moeten zoeken op internet (Admiraal e.a.; ingediend). Door beide elementen op te nemen in een game kom je tegemoet aan de behoeften van beide groepen leerlingen.
Met multimediale faciliteiten en adaptieve systemen kun je, beter dan met boeken, rekening houden met verschillen tussen leerlingen. Maar veel ict-materiaal lijkt juist onbewust ontwikkeld voor een bepaalde groep. Digitale leermiddelen zijn producten in een sociaal-culturele context. Zo worden computers en techniek veelal geassocieerd met mannelijkheid. Educatieve software en games zijn daarom vaak ontworpen met het oog op mannelijke, westerse gebruikers.
Veel digitale leermiddelen sluiten daardoor minder goed aan bij meisjes en bij leerlingen uit etnische minderheidsgroepen en lagere sociaaleconomische groepen. Dit heeft gevolgen voor de mate waarin en de manier waarop leerlingen ervan leren. Bij gebruik van ict-toepassingen die niet zo goed aansluiten is er bijvoorbeeld minder samenwerking en participatie, en zijn er meer hulpvragen van meisjes en leerlingen uit minderheidsgroepen (Heemskerk, 2008).
Toepassingen die beter aansluiten op verschillende (groepen) leerlingen hebben een positief effect op concentratie, actief werken en ervaren leerresultaten. Meisjes en leerlingen uit minderheidsgroepen profiteren het meest van een gevarieerd aanbod van de lesstof, maar uiteindelijk hebben alle leerlingen er voordeel van (Heemskerk, 2008).
Materiaal dat tegemoetkomt aan een diverse doelgroep
Uit onderzoek kennen we een aantal kenmerken van ict-toepassingen die tegemoetkomen aan verschillen tussen leerlingen (Heemskerk, 2008). Leraren kunnen digitale leermiddelen ‘scannen’ op drie categorieën kenmerken om te bepalen in hoeverre ze geschikt zijn voor een gevarieerde doelgroep.
Kenmerken ten aanzien van de inhoud
De lesstof in digitale leermiddelen sluit beter aan bij de verschillen tussen leerlingen als het perspectief rekening houdt met en respectvol is naar diverse groepen in de samenleving, zonder stereotypering. Een breed inzetbare ict-toepassing houdt rekening met verschillende interesses van leerlingen.
Meisjes hebben bijvoorbeeld meer interesse voor praktische en sociaal relevante onderwerpen, het liefst in een ‘real life’ context. Voor meisjes heeft een interessant onderwerp meer invloed op zelf-gerapporteerde leerprestaties en hun waardering voor het materiaal, dan voor jongens (Heemskerk, 2008).
Kenmerken ten aanzien van de interface
Diversiteit krijgt een plaats als van verschillende groepen in de samenleving een representatie aanwezig is in beeld en geluid. Op plaatjes van personen komen dan zowel mannen als vrouwen voor, mensen uit etnische meerderheids- en minderheidsgroepen en uit verschillende sociale milieus.
De afbeeldingen zijn niet stereotyperend en houden rekening met mogelijke taboes in verschillende culturen. Ook varieert het kleurgebruik en de mate van gedetailleerdheid in de afbeeldingen. Stemmen, geluiden en muziek zijn afwisselend en passen bij verschillende achtergronden van leerlingen.
Digitale leermiddelen met diverse visuele en auditieve eigenschappen zijn aantrekkelijker voor een brede groep leerlingen. Voor jongens blijken leuke plaatjes een voorwaarde om een ict-toepassing te waarderen. En jongens hebben voordeel van een combinatie van visuele en auditieve informatie, terwijl meisjes beter presteren met alleen visuele informatie.